rijksrecherche
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijks·re·cher·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijksrecherche | rijksrecherches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- politieorganisatie die strafrechtelijk feiten- en opsporingsonderzoek doet naar corruptie bij overheidsorganen
- ▸ Het zal voor u wel niet als een grote verrassing komen wanneer ik u zeg dat ik u geen inzage mag geven in het rapport van de rijksrecherche dat hier voor ons ligt.[1]
- ▸ De nabestaanden vrezen voor 'de slager die zijn eigen vlees keurt'. "Dat kan gewoon niet", zegt de weduwe van de infiltrant tegen de krant. De Nederlandse Politiebond (NPB) zet vraagtekens bij de onafhankelijkheid van het Rijksrecherche-onderzoek.[2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rijksrecherche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “'OM had dubbele pet op bij zelfmoordzaak undercoveractie'” (DI 1 FEBRUARI 2022), NOS