reuzenlijster
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- reu·zen·lijs·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reus en lijster zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reuzenlijster | reuzenlijsters |
verkleinwoord | reuzenlijstertje | reuzenlijstertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Turdus fuscater een zangvogel uit de familie lijsters (Turdidae). Deze soort telt 7 ondersoorten
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'reuzenlijster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.