reproducir
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- re·pro·du·cir
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reproducir |
reproducía |
reproducido |
volledig |
Werkwoord
reproducir
- overgankelijk reproduceren, kopiëren
- voortplanten
- weergeven (van geluid)
- herhalen
Synoniemen
- [1] copiar
Verwijzingen
- reproducir in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española