Naar inhoud springen

herhalen

Uit WikiWoordenboek
  • her·ha·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herhalen
herhaalde
herhaald
zwak -d volledig

herhalen

  1. nog eens, of meerdere keren, hetzelfde ondervinden, uitvoeren of laten weerkeren
    • Ik kon u niet verstaan, wilt u dat herhalen? 
     Lieve hemel, straks hebben ze een schat aan roddels! Wat zullen ze veel boosaardigheid en leedvermaak langs de Amsterdamse ontvangkamers, kaarttafels en theekransjes laten stromen, en herhalen tegenover iedereen die het maar horen wil dat ze het voor hun ogen zagen mislopen: de bruid die niet kwam opdagen, de boze Van Loos.[3]
    • We hebben het refrein van het liedje nog menigmaal herhaald. 
     'De dagen met de baby waren lang, maar' er was niets uitgestrekts aan', observeert de verteller van Jenny Offills roman Verbroken beloftes: 'De zorg voor haar vereiste het herhalen van een reeks taken die stuk voor stuk zowel dringend als eentonig waren.[4]
     Ik moest mijn kunstje zo vaak herhalen dat het reproduceren ervan het kunstje zelf werd.[5]
    • Het eerder uitgezonden programma wordt morgen herhaald. 
     En ook hoe, in zo'n sluimertoestand, bepaalde gedachten zich beginnen te herhalen en niet meer willen stoppen.[4]
    • Elke dag herhaalde zich hetzelfde ritueel. 
steeds maar blijven herhalen
dingen van vroeger komen terug
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. herhalen op website: Etymologiebank.nl
  3. Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024586332
  4. 1 2
    Lynn Berger
    “De tweede: over het zijn en krijgen van een tweede kind” (2021), De Correspondent, ISBN 9789082821697
  5. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be