remwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord remwerk remwerken
verkleinwoord remwerkje remwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het remwerko

  1. (techniek) onderdelen van een machine of apparaat die samen de rem vormen
  2. de handelingen die verricht dienen te worden om de snelheid van een voorwerp te verminderen; het remmen
     45 seconden voor de landing verlaat InSight de capsule en nemen zijn landingsraketten het laatste remwerk over.[1]
     Blijkbaar zijn de remmen van de nieuwe Volvo's niet bestand tegen het vele remwerk tijdens een achtervolging. Het gevaar is reëel dat de remmen spontaan in brand vliegen. Het probleem stelt zich bij V50 d5, een wagen die nochtans een topsnelheid van 210 km/u heeft.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “NASA houdt de adem in voor ‘helse’ afdaling van Marslander InSight” (26-11-2018), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    jbs
    “Nederlandse politie mag niet sneller dan 140 km/u rijden” (02/09/2009), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be