relnicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rel·nicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord relnicht relnichten
verkleinwoord relnichtje relnichtjes

Zelfstandig naamwoord

de relnichtm

  1. (lhbt) homo die door verschijning en gedrag bewust de confrontatie zoekt met mensen die afwijzend staan tegenover zijn levenswijze
     Naast hem laat Simon Green het toonbeeld van transgender zien, in een uitgewogen mengeling van grappen in het valse-nichten-genre, schilderachtige scheldpartijen en een tragikomische hang naar elegantie. Terwijl de derde, snerpend gespeeld door Adam Bailey, veruit de meest exuberante van het hele stel is: het prototype van de relnicht wiens voyante uitdossing vooral een karikaturale versie van een vrouw vertoont.[1]
     Hij was eerder een relnicht dan de passieve, melancholieke homoseksueel van de film. Maar relnichten winnen geen Oscars: die geeft The Academy alleen aan seksloze homo’s die ten onder gaan.[2]
  2. (figuurlijk) (pejoratief) iemand die verzot is op conflicten
     De enige echte ruziestoker onder de Nederlandse coaches is Gertjan Verbeek. Bot en schofterig brandt hij zijn collega’s af. (…) Verbeek is meer relnicht dan coach, zo bleek ook uit zijn mislukt avontuur bij Feyenoord.[3]
Antoniemen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2020 Weblink bron
    Henk van Gelder
    “En er wordt dus ook nog goed geacteerd” (13 november 2015) op nrc.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2020 Weblink bron
    Coen van Zwol
    “Waargebeurd, maar toch zeker niet zo?” (18 februari 2015) op nrc.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2020 Weblink bron
    Hugo Camps
    “Clash” (18 november 2016) op nrc.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be