rekt tijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rekt tijd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tijdrekken

rekt (…) tijd

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
    • Jij rekt tijd. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
    • Hij rekt tijd. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tijdrekken
    • Rekt tijd! 

Gangbaarheid