reizigersaantal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rei·zi·gers·aan·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reizigersaantal | reizigersaantallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het reizigersaantal o
- getal dat aangeeft hoeveel reizigers gebruikmaken van een bepaald vervoersmiddel
Gangbaarheid
- Het woord reizigersaantal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.