reductie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vermindering’ voor het eerst aangetroffen in 1504 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reductie reducties
verkleinwoord reductietje reductietjes

Zelfstandig naamwoord

de reductiev

  1. (medisch) scheikundige herleiding, vermindering
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen