rechtsbuiten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rechtsbuiten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rechts·bui·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rechts  en  buiten zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rechtsbuiten	rechtsbuitens
verkleinwoord	rechtsbuitentje	rechtsbuitentjes

Zelfstandig naamwoord

de rechtsbuiten m

1. (voetbal) voorhoede speler die aan de rechterbuitenkant van het veld speelt

   ▸ Volgens Vanenburg, die net als Lerby dat seizoen tot een belangrijke speler uitgroeide, uitte dat karakter van het elftal zich vooral op de trainingen. "Die waren soms erger dan een wedstrijd, het was af en toe een veldslag", zegt de voormalig rechtsbuiten.

   ▸ Hoe hij ongenadig moet zijn om uit te groeien van goed naar groot en uiteindelijk onstuitbaar wist Bakayoko allang. Het lezen van het boek over mentale hardheid in de sport was voor de linksbenige rechtsbuiten vooral een feest der herkenning.

Hyperoniemen

• flankspeler, aanvaller, vleugelspeler

Gangbaarheid

• Het woord rechtsbuiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.