rebellerend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rebellerend    (hulp, bestand)
• IPA: / rəbɛˈlerənt / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• re·bel·le·rend

Woordherkomst en -opbouw

•  rebelleren ww  met de uitgang -d

Werkwoord

vervoeging van:	rebelleren
verbogen vorm:	rebellerende

rebellerend

1. onvoltooid deelwoord van rebelleren
2. attributief gebruikt

   • De rebellerende provincie werd geleidelijk omsingeld en uiteindelijk terugveroverd. 

3. bijwoordelijk gebruikt

   • Tegen alle gezag rebellerend sloeg hij soms wild om zich heen. 

Vertalingen

    1. rebellerend onvoltooid deelwoord van rebelleren, attributief gebruikt   

Duits: rebellierend (de), trotzig (de), widerspenstig (de)

Engels: recalcitrant (en)

    2. rebellerend onvoltooid deelwoord van rebelleren, bijwoordelijk gebruikt   

Duits: rebellierend (de), trotzig (de), widerspenstig (de)