realist
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | realist | realisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
realist m
- iemand die zich houdt aan wat de waarneembare wereld heeft te bieden
- (filosofie) aanhanger van het realisme [2]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord realist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "realist" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be