rammelt af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rammelt af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɑməlt ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ram·melt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aframmelen |
rammelt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen
- Jij rammelt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen
- Hij rammelt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aframmelen
- Rammelt af!
Gangbaarheid
- Het woord rammelt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.