rajo
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | rajo | rajoj |
accusatief | rajon | rajojn |
rajo
vervoeging van |
---|
rajar |
rajo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rajar
vervoeging van |
---|
rajarse |
rajo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rajarse