rækkehus

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ræk·ke·hus
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden række en hus.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rækkehus     rækkehuset     rækkehuse     rækkehusene  
genitief   rækkehus'     rækkehusets     rækkehuses     rækkehusenes  

Zelfstandig naamwoord

rækkehus o

  1. (bouwkunde) rijtjeshuis
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen