pyloon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • py·loon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoge constructie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1911 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pyloon pylonen
verkleinwoord pyloontje pyloontjes

Zelfstandig naamwoord

de pyloonm

  1. (bouwkunde) een steuntoren van een brug.
    • Aan de pyloon zijn de staalkabels bevestigd, waar de brug aan hangt. 
  2. een hoogspanningsmast
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen