putdeksel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

fraai bewerkte putdeksel uit Praag
Uitspraak
Woordafbreking
  • put·dek·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord putdeksel putdeksels
verkleinwoord putdekseltje putdekseltjes

Zelfstandig naamwoord

putdeksel m/o [1]

  1. afdekking van een (riool)put zoals deze in een weg of trottoir ligt
    • Van killer clowns tot rode ballonnen. De IT gekte houdt maar niet op. In de nacht van zaterdag op zondag zijn rode ballonnen aan putdeksels geknoopt in Almelo. Enkele bewoners konden de grap niet waarderen en vragen zich af wie deze actie heeft bedacht.[2] 
    • In de nieuwe asfaltlaag op een deel van de Roomweg is geen putdeksel te zien. Maar daar kwam deze donderdagochtend verandering in.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 08 okt. 2017
  3. Tubantia Ben Lensink 07-SEPTEMBER-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be