puntkomma

Uit WikiWoordenboek
Een puntkomma.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • punt·kom·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puntkomma puntkomma's
verkleinwoord (puntkommaatje) (puntkommaatjes)

Zelfstandig naamwoord

puntkomma v/m en o

  1. (taalkunde) een leesteken dat twee nauw aan elkaar gerelateerde zinnen tot een geheel verbindt (;)
    • Na een puntkomma volgt geen hoofdletter. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen