pula

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pula pula's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pula

  1. (financieel) (eigenlijk Botswaanse pula), munteenheid van Botswana sinds 1976
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen


Aymara

Zelfstandig naamwoord

pula

  1. (plantkunde) aar


Fins

Zelfstandig naamwoord

pula

  1. tekort


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pulir

pula

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pulir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pulir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pulir