psycholinguïstiek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- psy·cho·lin·gu·is·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van linguïstiek met het voorvoegsel psycho-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psycholinguïstiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de psycholinguïstiek v
- (psychologie) (taalkunde) studie van de invloed van de menselijke geest op natuurlijke taal en taalgedrag
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord psycholinguïstiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.