psycholinguïst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • psy·cho·lin·gu·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord psycholinguïst psycholinguïsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de psycholinguïstm

  1. (beroep) iemand die zich verdiept in de mentale processen die een rol spelen bij taal en taalgebruik en problemen die daarbij kunnen optreden
    • Er bestaat al een Max Planck Instituut in Nederland (rond de psycholinguïst Levelt in Nijmegen). [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen