prosit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·sit
Woordherkomst en -opbouw
Tussenwerpsel
[A] prosit
- proost! (wens wanneer men iemand toedrinkt)
- Leon haalde neuriënd de cognac uit het dressoir tevoorschijn. Met rood aanlopend hoofd wist hij de fles te openen. Hij schonk twee wijnglazen halfvol en reikte mij er een aan, terwijl hij nog steeds zijn witte glacés droeg. Hij hief zijn glas en zei: "Prosit! Op het belangrijkste in het leven." [2]
- (verouderd) gezondheid! (wens als iemand niest)
- (…) intusschen zijn er nog eenigen, die eene neusontploffing met eene sierlijke, stomme buiging complimenteren, zoo als Barth in zijn galanten Ethica 1720, de les mededeelt: dat indien iemand niest, dan eischt de beleefdheid en de voorvaderlijke gewoonte, dat men hem aanspreke met een : "prosit, of wel bekome't U; maar is 't een aanzienlijk personaadje, dan maakt men slechts eene stomme buiging." [3]
Tussenwerpsel
[B] prosit
- proost! (wens wanneer men iemand toedrinkt)
- Op het terras van de strandtent worden grote bieren en schnitzels geserveerd. Proost, prosit – mensen klinken op van alles terwijl hun kinderen over de planken hollen. [4]
Gangbaarheid
- Het woord prosit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "prosit" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Stüger, F."De dirigent" in: Hollands Maandblad. 711 jrg. nr. 2 (februaari 2007) Stichting Hollands Maandblad / Nieuw Amsterdam Uitgevers, Amsterdam; p. 29; geraadpleegd 2019-03-16
- ↑ Humoristische schetsen over den neus (1844) J. de Lange, Deventer; p. 45; geraadpleegd 2019-03-16
- ↑ Toe Laer, E.ik@nrc.nl (18 oktober 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-03-16
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Uitspraak
- IPA: /ˈproːsit/
Werkwoord
prosit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van prodesse (drukt de wens uit dat iets je goed zal doen)
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /prɔsɪt/
Woordafbreking
- pro·sit
Werkwoord
prosit imperfectief
- verzoeken; aan iemand vragen iets al dan niet te doen
Vervoeging
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | prosím | prosíme | |
tweede persoon | informeel | prosíš | prosíte |
formeel | prosíte | ||
derde persoon | prosí | prosí |
Schrijfwijzen
- Oude schrijfwijze: prositi imperfectief
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
Uitspraak
- IPA: /prɔːzɪt/
Tussenwerpsel
prosit
- proost; heildronk, dronk op iemands gezondheid
Synoniemen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 48 %
- Prevalentie Vlaanderen 75 %
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Latijn
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Imperfectief werkwoord in het Tsjechisch
- Tussenwerpsel in het Tsjechisch