propeller
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- pro·pel·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schroef voor het voortdrijven van vaartuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1846 [1]
- van het Engelse 'propeller'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | propeller | propellers |
verkleinwoord | propellertje | propellertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (luchtvaart) schroef om vliegtuigen of vaartuigen voort te stuwen, luchtschroef
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord propeller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "propeller" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "propeller" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be