professional
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·fes·si·o·nal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | professional | professionals |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
professional m
- een persoon, die beroepsmatig werkzaam is en daarvoor een inkomen ontvangt en een opleiding heeft genoten
- ▸ Ook als ik niet op het bestaan van de majordomus zou zijn voorbereid, had hij mij onmogelijk kunnen ontgaan. Zodra ik één voet over de drempel had gezet van zijn vesting en heiligdom, danste hij mij tegemoet. Hij verwelkomde mij met zoveel egards, krullen en arabesken dat het overduidelijk was dat ik met een professional te maken had[1]
- een beroepssporter
- een kenniswerker
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een persoon, die beroepsmatig werkzaam is
Gangbaarheid
- Het woord professional staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "professional" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 13
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be