proever
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- proe·ver
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van proeven met het achtervoegsel -er
- [2] afgeleid van proeve met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | proever | proevers |
verkleinwoord | proevertje | proevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de proever m
- een persoon die iets van eten of drinken proeft.
- een manier om te kijken of het voldoet aan een test.
Hyponiemen
- [1] fijnproever, wijnproever
- [2] adresproever
Gangbaarheid
- Het woord proever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "proever" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be