priorij
Uiterlijk
- pri·o·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | priorij | priorijen |
verkleinwoord | priorijtje | priorijtjes |
de priorij v
- een tweede huis van een bestaand klooster
- een klooster waar een prior of priorin/priores aan het hoofd staat
- Dit klooster is een priorij.
- Het woord priorij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "priorij" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be