presteren
- pres·te·ren
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tot stand brengen’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van het Franse prester (met het achtervoegsel -eren) of van het Latijnse praestare (leveren, presteren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
presteren |
presteerde |
gepresteerd |
zwak -d | volledig |
presteren
- overgankelijk iets ~: een overtuigende sociale bijdrage leveren
- Hij presteerde veel in zijn beroep.
- Kerber (28) heeft na haar indrukwekkende triomf bij het Australian Open eind vorige maand in Melbourne niet veel meer gepresteerd. De nummer twee van de wereldranglijst verloor een partij in de Fed Cup tegen het zegevierende Zwitserland en meldde zich daarna wegens een dijbeenblessure af voor het toernooi in Dubai. [3]
- inergatief het ~ om iets doen dat opzien baart in de slechte zin van het woord
- Hij presteerde het om opnieuw te laat te komen.
- [1]: goed presteren
- [1]: minder goed presteren
- [1]: onder zijn niveau presteren
- [1]: slecht presteren
goed presteren
|
minder goed presteren
|
onder zijn niveau presteren
|
slecht presteren
|
- Het woord presteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "presteren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "presteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ presteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 11-01-17 Wanhopige Kerber snel uitgeschakeld in Doha
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %