Naar inhoud springen

predicatief

Uit WikiWoordenboek
  • pre·di·ca·tief
stellend
onverbogen predicatief
verbogen predicatieve
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen predicatiefpredicatieverpredicatiefst
verbogen predicatievepredicatieverepredicatiefste
partitief predicatiefspredicatievers-

predicatief

  1. (taalkunde) als naamwoordelijk deel van het gezegde
    • Je kunt een bijvoeglijk naamwoord als "lief" zowel predicatief ("een kind dat lief is") als attributief ("een lief kind") gebruiken. 
80 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[2]