preboreaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  preboreaal    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈpreborejal/

Woordafbreking

• pre·bo·re·aal

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van boreaal met het voorvoegsel pre-, dus: "tijd voor het boreaal"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	preboreaal	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

preboreaal o

1. (geologie) geologisch tijdperk onmiddellijk na de laatste ijstijd, in Noordwest-Europa de eerste chron van het tijdvak holoceen, van 9610 tot 8690 v. Chr. geleden

Schrijfwijzen

• Vóór 2006 was de spelling Preboreaal. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.

Hyperoniemen

• chron
• holoceen
• quartair
• cenozoïcum of kaenozoïcum
• fanerozoïcum

Verwante begrippen

• subatlanticum
• subboreaal
• atlanticum
• boreaal

Vertalingen

    1.   

Duits: Präboreal (de) o Engels: Preboreal (en)

Frans: Préboréal (fr) m

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	preboreaal	preborealer	preboreaalst
verbogen	preboreale	preborealere	preboreaalste
partitief	preboreaals	preborealers	-

Bijvoeglijk naamwoord

preboreaal

1. uit het preboreaal, of met betrekking tot dat tijdperk

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord preboreaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.