subboreaal
- Geluid: subboreaal (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsʏborejal/
- sub·bo·re·aal
- afgeleid van boreaal met het voorvoegsel sub-, gebruikt door de Zweedse botanist J.R. Sernander als naam voor een tweede droge en koele periode na het boreaal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | subboreaal | - |
verkleinwoord | - | - |
het subboreaal o
- (geologie) tweede droge en koele tijdperk na de laatste ijstijd, in Noordwest-Europa vierde chron van het tijdvak holoceen, van 3710–450 v. Chr.
- Vóór 2006 was de spelling Subboreaal. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | subboreaal | subborealer | subboreaalst |
verbogen | subboreale | subborealere | subboreaalste |
partitief | subboreaals | subborealers | - |
subboreaal
- uit het subboreaal, of met betrekking tot dat tijdperk
- Het woord subboreaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "subboreaal" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ subboreaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel sub- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 43 %
- Prevalentie Vlaanderen 35 %