praktijkkost

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  praktijkkost    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• prak·tijk·kost

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  praktijk zn  en  kost zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	praktijkkost	praktijkkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de praktijkkost m

1. (verouderd) (economie) geld dat men moet betalen voor het voeren van een (huisartsen)praktijk

Gangbaarheid

• Het woord praktijkkost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.