praatten aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: praatten aan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpratə(n) ˈan / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- praat·ten aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanpraten |
praatten (…) aan
- meervoud verleden tijd van aanpraten
- Wij praatten aan.
- Jullie praatten aan.
- Zij praatten aan.
- Wij praatten aan.
Gangbaarheid
- Het woord praatten aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.