polzegge

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  polzegge    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• pol·zeg·ge

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pol  en  zegge zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	polzegge	polzeggen
verkleinwoord	polzeggetje	polzeggetjes

Zelfstandig naamwoord

de polzegge v / m

1. (bloemplanten) Carex cespitosa  een overblijvend kruid dat behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae ). De plant komt van nature voor in Eurazië. De polzegge staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en matig afgenomen. De plant wordt 30-50 cm hoog. De ruwe, dunne stengels zijn scherp driekantig

Hyperoniemen

• zegge, cypergrassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'polzegge' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] polzegge in het Nederlands Soortenregister N
• [1] polzegge op Wikidata
• [1] polzegge op "Wilde planten in Nederland en België" ♣