Naar inhoud springen

plots

Uit WikiWoordenboek
  • plots
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: eensklaps’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1626 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen plotsplotserplotst
verbogen plotseplotsereplotste
partitief plotsplotsers-
  1. ineens zonder vooraankondiging

plots

  1. bij verrassing, opeens
    • Er stond plots een olifant op de weg. 

deplotsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plot
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]