ploeterden voort
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ploeterden voort (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplutərdə(n) ˈvort / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ploe·ter·den voort
Woordherkomst en -opbouw
- uit ploeterden (werkwoord) en voort (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortploeteren |
ploeterden (…) voort
- meervoud verleden tijd van voortploeteren
- Wij ploeterden voort.
- Jullie ploeterden voort.
- Zij ploeterden voort.
- De verkiezingen brachten geen grote veranderingen. De ministers ploeterden voort. [1]
- Wij ploeterden voort.
Gangbaarheid
- Het woord 'ploeterden voort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Meulen, D. van derMultatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker. (2002) SUN, Nijmegen; ISBN 90 5875 054 X: p. 538; geraadpleegd 2018-10-07