placeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pla·ceur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van het Franse placer met het achtervoegsel -eur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | placeur | placeurs |
verkleinwoord | placeurtje | placeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
placeur m
Gangbaarheid
- Het woord 'placeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "placeur" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ placeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be