pilates
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·la·tes
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem van Engels Pilates, genoemd naar de 20e-eeuwse Duits-Amerikaanse fitnessondernemer J.H. Pilates , die deze methode tijdens de Eerste Wereldoorlog begon te ontwikkelen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pilates | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pilates o
- (sport) fitnesssysteem op basis van bewust beheerste houdingen en bewegingen
- ▸ "Letterlijk elke trainingsdag. Pilates, andere vormen van fitness. Jezelf op een gezonde manier pijn doen. Werken aan je lichaam, naast de reguliere trainingen met het elftal."[1]
- ▸ "Pilates, kracht- en coretraining (rug-, buik- en bekkentraining), stretchen, massages, ijsbaden. Dat hoort bij topsport en het helpt. Elke dag een stukje beter worden. En dan zien we wel waar het toe gaat leiden."[2]
- ▸ Een van de besmette dansinstructeurs gaf ook les in pilates en yoga maar geen van de leerlingen daar raakte besmet. "Onze hypothese is dat door de lagere intensiteit van de pilates en yoga-oefeningen niet dezelfde verspreiding van virusdeeltjes optrad als bij de meer intensieve fitness-danslessen."[3]
Gangbaarheid
- Het woord pilates staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kan Van Persie de deur naar Oranje weer openen?” (05-05-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Herboren ex-Feyenoorder Schenkeveld zal in Griekenland zorgen voor Ayoub” (25-01-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Grote corona-uitbraak in Zuid-Korea gelinkt aan fitnessclubs” (26-05-2020), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal