pijpbeen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pijpbeen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɛiben / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pijp·been

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pijp zn  en  been zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pijpbeen	pijpbeenderen pijpbenen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het pijpbeen o

1. (anatomie) benaming voor langwerpige, buisvormige botten die van binnen zijn gevuld met beenmerg of (bij vogels) lucht

   ▸ Van de baby zijn onder meer de schedel, een pijpbeen en een kaak met melktandjes gevonden.

   ▸ De merrie vertrok voor een goede sprong op de tweede hindernis en stond na de landing ineens op drie benen. Er werd een versplinterd pijpbeen geconstateerd.

• 
  1. Bij dit model van een menselijk dijbeen is goed te zien hoe een pijpbeen van binnen geen bot bevat.

Gangbaarheid

• Het woord pijpbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.