personeelsfeest

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  personeelsfeest    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• per·so·neels·feest

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  personeel zn  en  feest zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	personeelsfeest	personeelsfeesten
verkleinwoord	personeelsfeestje	personeelsfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het personeelsfeest o

1. een feest voor de mensen die in dienst zijn van een bedrijf of organisatie

   ▸ Tientallen medewerkers van AkzoNobel in Hengelo staken. Ze willen een loonsverhoging van 3,5 procent per jaar en 400 miljoen euro extra voor het pensioenfonds. Er stonden dit weekend een personeelsfeest en open dag gepland om het honderdjarige bestaan van de zoutwinning in Twente te vieren, maar die gaan nu niet door.

   ▸ Hij was op een personeelsfeest van een supermarkt geweest, maar kwam na afloop niet opdagen bij de bus die het personeel naar huis zou brengen. Het maïsveld ligt niet ver van de plaats waar het feest werd gevierd.

Gangbaarheid

• Het woord personeelsfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.