persofficier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·of·fi·cier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord persofficier persofficieren
persofficiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de persofficierm

  1. (juridisch) (beroep) justitieel medewerker die journalisten te woord staat
     's Avonds, op het televisiejournaal van halfzes, herhaalde de persofficier van justitie nog eens dat het rapport 'niet volledig openbaar'zou worden gemaakt.[1]
     Volgens de persofficier van het Openbaar Ministerie in Amsterdam lopen strafrechtelijke onderzoeken stuk op de zwijgcultuur onder sommige groepen. "Meteen na het steek- of schietincident gaat de hele buurt de straat op", vertelt ze. "Uit afgeluisterde telefoongesprekken weten we dat iedereen met elkaar praat en vertelt wat er is gebeurd. Maar zodra de politie aanklopt geeft niemand thuis. En dat belemmert je onderzoek."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “OM wil hulp van ouders en influencers om zwijgcultuur te doorbreken” (14-01-2020), NOS