perkeloos
Uiterlijk
- per·ke·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | perkeloos | perkelozer | perkeloost |
verbogen | perkeloze | perkelozere | perkelooste |
partitief | perkeloos | perkelozers | - |
perkeloos
- zonder grens
- Het Nederlands is een zeer rijke taal er is een perkeloos aantal woorden in te maken.
- Zijn perkeloze ambitie was zeer vermoeiend voor de omstanders.
- Het woord 'perkeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.