pepert in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·pert in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inpeperen

pepert (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpeperen
    • Jij pepert in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inpeperen
    • Hij pepert in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inpeperen
    • Pepert in! 

Gangbaarheid