pel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pellen |
pel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pellen
- Ik pel.
- gebiedende wijs van pellen
- Pel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pellen
- Pel je?
Gangbaarheid
- Het woord pel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pel" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Indonesisch
Woordafbreking
- pel
Woordherkomst en -opbouw
- [1],[2] uit het Nederlands "vel"
- [3] uit het Nederlands "veld"
- [4] uit het Nederlands "pil"
Zelfstandig naamwoord
pel