passé antérieur
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- vaste verbinding van passé "verleden tijd" en antérieur "voorafgaand"
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
passé antérieur | le passé antérieur | passés antérieurs | les passés antérieurs |
Zelfstandig naamwoord
passé antérieur m
- (grammatica) werkwoordsvorm die uitdrukt dat de handeling voorafgaat aan een andere handeling in het verleden, in het Nederlands meestal weergegeven met de voltooid verleden tijd