paragraaf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·graaf
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderverdeling van tekst’ voor het eerst aangetroffen in 1393 [1]
  • met het voorvoegsel para- met het achtervoegsel -graaf [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paragraaf paragrafen
verkleinwoord paragraafje paragraafjes

Zelfstandig naamwoord

de paragraafm

  1. paragraafteken
  2. onderdeel van een hoofdstuk, een artikel, een wet of een officieel stuk
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen