pantserleger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pant·ser·le·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pantserleger pantserlegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het pantserlegero

  1. (militair) en leger van tanks en andere pantservoertuigen
     Joar kreeg gelijk, de Russen vielen Hongarije aan met grote pantserlegers om een eind te maken aan de vrijheid en de democratie.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767