Naar inhoud springen

palmpaas

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: PalmpasenPalmpaas


  • palm·paas
enkelvoud meervoud
naamwoord palmpaas palmpasen
verkleinwoord

de palmpaasm

  1. (religie) feestelijk versierde stok die men tijdens het Palmpasen feest draagt
     Er stapte aan de zonnekant van de straat een burgermeisje, dat een mooie 'palmpaas' in allebeî haar handen stijf voor haar boezelaar uitdroeg als een groote bos bloemen.[1]
  1. “Jaap” (1923), Saga, ISBN 9788728433294