overerfbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·erf·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van overerfbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overerfbaarheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de overerfbaarheid v
- (juridisch) het vermogen van iets (bijv. een bezit of een titel) om als erfenis over te gaan naar een volgende generatie
- (biologie) van een eigenschap dat deze genetisch kan worden overgedragen naar een volgende generatie
Gangbaarheid
- Het woord 'overerfbaarheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.