oud-Engelandvaarder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud-En·ge·land·vaar·der
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  oud zn  en  Engelandvaarder , geschreven met een koppelteken volgens spellingregels 6.F en 6.I
  • De aanduiding is lang na de Tweede Wereldoorlog ontstaan, vandaar het voorvoegsel 'oud'
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-Engelandvaarder oud-Engelandvaarders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oud-Engelandvaarderm

  1. aanduiding voor iemand die in de Tweede Wereldoorlog de Duitse bezetting ontvluchtte door naar Engeland te gaan
    • Hoe heette dat plaatsje in Portugal nu ook alweer, waar hij en zijn jeugdvriend Bob Tusenius terechtkwamen na een levensgevaarlijke trektocht door bezet Europa en vanwaaruit ze de oversteek waagden naar Engeland? Het was het enige adres dat Hemmes altijd heeft onthouden en dat hij zo kon opdreunen. Hij peinst. En peinst. Maar hoe hard de oud-Engelandvaarder het ook probeert; zijn geheugen laat hem in de steek. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen