orthopedist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·tho·pe·dist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord orthopedist orthopedisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de orthopedistm

  1. (beroep) (medisch) een medisch specialist die zich bezig houdt met de orthopedie, het recht doen groeien en goed doen functioneren van alle delen van het skelet
    • Nu Michel zo in de groei is en zo raar loopt moeten we maar eens naar de orthopedist. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be